Destillatie van ruwe olie

DOLPHIN vloeistofringvacuümpompen van Busch zijn de ideale keuze voor vochtige en gevaarlijke professen met hoge debietvereisten. Experts van Busch helpen u graag bij het vinden van de beste oplossing voor uw proces.

Ruwe olie wordt gescheiden door gefractioneerde destillatie. In dit proces worden de afzonderlijke componenten van het oliemengsel van elkaar gescheiden door gebruik te maken van hun verschillende kookpunten.

Dit gebeurt in eerste instantie onder atmosferische druk. Deze vorm van destillatie wordt dan ook atmosferische destillatie genoemd. Na atmosferische destillatie blijft echter een mengsel van verbindingen over. Dit noemt men atmosferische residuen en dat moet ook gesplitst worden.

Dit gebeurt in de volgende stap, vacuümdestillatie.. Het fractionele destillatieproces wordt herhaald, dit keer onder vacuum. Het residu van atmosferische destillatie heeft een zeer hoog kookpunt bij atmosferische druk. Onder vacuüm kan het bij een lagere temperatuur worden afgebroken. Dit voorkomt ontleding van de verbindingen, ook wel bekend als kraken.

Direct opgepompte ruwe olie kan als brandstof worden gebruikt. Maar, het is het veel nuttiger en waardevoller als het wordt opgesplitst in fracties. En dat doet distillatie.

Door destillatie worden de verschillende verbindingen gescheiden, zodat ze afzonderlijk kunnen worden gebruikt. Dit kunnen brandstoffen zijn, zoals kerosine, diesel en aardolie. Maar ook grondstoffen voor andere chemische processen, zoals nafta.

Om de efficiëntie te verhogen en ongewenste bijproducten te voorkomen, wordt destillatie in twee stappen uitgevoerd. Eerst onder atmosferische druk, daarna onder vacuum.

Ruwe olie is een mengsel van verschillende koolwaterstoffen, die elk een ander kookpunt hebben. Het heeft daarom eerder een kookbereik dan een specifiek kookpunt.

Het bereik wordt gemeten vanaf het laagste kookpunt op het moment van de eerste druppel tot het eindkookpunt, als de verbindingen met het hoogste kookpunt verdampen. Dit kan een bereik van 20 °C tot 500 °C betekenen.

Bij atmosferische druk verdampt eerst vloeibaar petroleumgas bij 25 °C. De laatste - bij meer dan 350 °C - is bitumen. Het wordt meestal samen met andere atmosferische residuen gewonnen, die een nog hoger kookpunt hebben en alleen door vacuümdestillatie kunnen worden gescheiden.

Alle andere gebruikelijke brandstoffen en smeeroliën hebben kookpunten tussen deze twee uitersten.

Zoals de naam al aangeeft, is vacuümdestillatie destillatie onder atmosferische druk, onder vacuüm. Hierdoor kan zwaardere olie met een hoog kookpunt verdampen bij lagere temperaturen zonder dat lichtere olie ontleden of worden gekraakt.

Ruwe olie is voornamelijk een mengsel van verschillende koolwaterstoffen – chemische stoffen die bestaan uit waterstof- en koolstofmoleculen.

Over het algemeen is dit goed voor ongeveer 98% van het totale gewicht van ruwe olie. De overige 2% bestaat uit andere elementen, waaronder stikstof, zuurstof, zwavel en verschillende metalen.

Om deze koolwaterstoffen te scheiden en er bruikbare olie van te maken, wordt de ruwe olie gedestilleerd. Hierbij is een deel van het proces onder vacuum.

Aan het einde van het aardolieraffinageproces blijven veel zware oliën over. Hoewel deze kunnen worden gebruikt, zijn ze niet altijd bijzonder winstgevend. Daarom gebruikt de olie-industrie een proces dat kraken wordt genoemd.

De zwaarste oliën hebben lange ketens van koolwaterstofmoleculen, die door kraken worden opgesplitst in kortere ketens. Hierdoor ontstaan lichtere fracties. De winstgevendere koolwaterstoffen, zoals kerosine voor vliegtuigen of diesel en benzine voor auto's.

Kraken kan echter ook optreden als neveneffect. Als de temperatuur te hoog is, beginnen koolwaterstoffen met het laagste kookpunt af te breken. In tegenstelling tot het raffinageproces is dit ongecontroleerd. Dit kan resulteren in niet bruikbare en dus ongewenste koolwaterstoffen. Om dit te voorkomen, wordt vacuümdestillatie gebruikt. Het verlaagt het kookpunt van de fracties, waardoor ze bij lagere temperaturen kunnen scheiden.

Om het kookpunt van het restmengsel van ruwe olie te verlagen, wordt het mengsel onder druk gezet. De druk ligt in het grof vacuümbereik, tussen 10 en 50 hPa (mbar). Hierdoor hoeft de temperatuur in de destillatietoren maar tot ongeveer 370 °C te stijgen.

Ruwe olie wordt voornamelijk gebruikt als grondstof. Er worden verschillende soorten brandstof uit gewonnen, zoals stookolie, diesel, benzine en kerosine.

Ruwe olie is echter ook de grondstof achter veel dagelijkse producten in onze omgeving. Of het nu gaat om raamkozijnen, voedselverpakkingen, smartphones of balpennen. Ruwe olie het basisingrediënt bij de productie van kunststoffen.

Om bruikbare olie hieruit te verkrijgen, moet ruwe olie worden gescheiden door destillatie. Soms wordt dat onder vacuüm uitgevoerd.

De temperatuur van de distillatie van ruwe olie is direct gerelateerd aan de kookpunten van de verschillende fracties. Deze kookpunten variëren van minder dan 25 °C tot 500 °C.

Koolwaterstoffen kunnen echter ontleden of kraken bij temperaturen boven 370 °C. Daarom wordt ruwe olie nooit boven deze temperatuur verhit. De fractiedestillatie bij atmosferische druk wordt daarom uitgevoerd bij temperaturen rond 350 °C.

Om de laatste samenstellingen met het hoogste kookpunt te scheiden, wordt het restmengsel gedestilleerd onder vacuum. Dit verlaagt het kookpunt tot onder 370 °C en beschermt de fracties tegen ontleding.

De term aardolie heeft twee betekenissen. Het kan verwijzen naar ongeraffineerde, onbewerkte ruwe olie. Maar ook naar aardolieproducten die tijdens raffinage ontstaan. De term wordt vaak voor beide betekenissen gebruikt.