Update uw browser.

Het lijkt erop dat u een oude versie van Microsoft Edge gebruikt. Update uw browser voor de beste ervaring met de Busch website.

Contact
België

Bron: Busch Vacuum Solutions.

Hoge efficiëntie met onze toonaangevende technologie

Draaischuifvacuümpomp wint vacuümefficiëntietest door middel van rechtstreekse vergelijking

Onze R5 draaischuifvacuümpomp en een traditionele met olie afgedichte schroefvacuümpomp zijn getest door TÜV SÜD betreffende pompsnelheid, energieverbruik en evacuatietijd. Het resultaat is gedocumenteerd in de vorm van een certificaat dat aangeeft dat de R5 de eerste plaats inneemt in alle drie de disciplines.
Aanzienlijke kostenbesparingen met onze R5 draaischuifvacuümpompen:
Laag energieverbruik
Tot 57% minder dan de geteste schroefvacuümpomp met olie-afdichting
Extra snelle verpakkingscycli
Tot 10% meer verpakkingscycli dan de geteste schroefvacuümpomp met olie-afdichting
Zeer betrouwbaar

Lees de volledige testopstelling hier:

Vacuümpompen zijn belangrijke componenten in de verpakking van vers voedsel. Welke vacuümpomp bereikt het hoogste rendement? Een rechtstreekse vergelijking kan deze vraag beantwoorden, zolang de testopstelling doordacht ontworpen is. Een recent gepubliceerd vergelijkend onderzoek suggereerde de superioriteit van een schroefvacuümpomp met olie-afdichting. Dit resultaat werd echter uitsluitend verkregen door middel van een testopstelling die zeer onrealistisch aandoet. De onafhankelijke testorganisatie TÜV Süd heeft ook een vergelijking uitgevoerd van de betreffende vacuümpompen. De test bestond uit een realistische simulatie van een standaard industrieel proces. Onder deze omstandigheden
valt het resultaat duidelijk ten gunste uit van de oliegesmeerde draaischuifvacuümpomp.
Dit artikel vergelijkt twee vergelijkende testen. Voor de duidelijkheid worden deze hieronder test 1 en test 2 genoemd. Voor de leesbaarheid is de schroefvacuümpomp met olie-afdichting afgekort als SVP (screw vacuum pump) en de oliegesmeerde draaischuifvacuümpomp als RVVP (rotary vane vacuum pump).
Test 1: Demand-driven besturing vs. bedrijf met volledige belasting Deze test werd geïnitieerd door de fabrikant van de schroefvacuümpomp met olie-afdichting (SVP). Het bedrijf specialiseert zich hoofdzakelijk in compressors en de machine in kwestie is een afleiding van compressortechnologie. Het werd vergeleken met een R5 RA 0630 C oliegesmeerde draaischuifvacuümpomp (RVVP) van Busch. De testopstelling maakt een realistische vergelijking om verschillende reden echter onmogelijk. De testcyclus simuleerde verschillende vacuümondersteunde processen. Productieonderbrekingen, inclusief nachtelijke stilstandtijden tijdens welke de RVVP, in tegenstelling tot de SVP, in bedrijf bleef, werden natuurlijk ook meegerekend. In de test werd de SVP gebruikt als onderdeel van een systeem met frequentieregelaars en een ingebouwd besturingssysteem dat de vacuümpomp stopzette tijdens onderbrekingen. De RVVP was blijkbaar aangesloten als een individuele machine die constant op volledig vermogen werkte. Test 1 vergeleek de spreekwoordelijke appels met peren. De constant werkende vacuümpomp verbruikte natuurlijk meer elektriciteit dan de gereguleerde tegenhanger, die automatisch werd stopgezet tijdens de onderbrekingen. De RVVP zou ook uitgerust kunnen worden met een frequentieregelaar en een besturingssysteem - Busch biedt een dergelijke uitvoering van deze vacuümpomp aan. Dit zou gelijksoortige startomstandigheden hebben gecreëerd. Dit was duidelijk niet gedaan. Helaas ontbreekt precieze informatie over zulke essentiële randvoorwaarden in de beschrijving van de test. Dankzij het ontwerp heeft een RVVP over het algemeen het hoogste energieverbruik in de opstartfase tussen atmosferische druk en ongeveer 300 mbar (afb. 1). Het energieverbruik neemt echter drastisch af als de inlaatdruk afneemt. Een SVP verbruikt echter ongeveer dezelfde hoeveelheid energie tussen atmosferische druk en einddruk. Dit betekent dat een RVVP aanzienlijk minder stroom vereist in het bedrijfsbereik tussen einddruk en 100 mbar dan een SVP.
Test 2: Gelijke omstandigheden De tweede vergelijkende test (afb. 2) werd recent uitgevoerd door de onafhankelijke testorganisatie TÜV Süd. Dit is een van de toonaangevende instellingen in deze sector. Dezelfde vacuümpompen werden gebruikt als in test 1. Deze keer werd echter echt bedrijf gesimuleerd, zonder onderbrekingen of nachtelijke uitschakelingen. Test 2 simuleerde de bedrijfscyclus van een vacuümverpakkingsmachine. Dit is een veelgebruikte industriële toepassing van vacuümpompen. Zoals vaak het geval is met dergelijke toepassingen, werden de vacuümpompen aanvullend ondersteund door een identieke vacuümbooster. Bovendien werden de testopstelling en-procedure gecontroleerd door een bekende fabrikant van vacuümverpakkingsmachines en bevestigd als een realistische simulatie. Als toepassingsvoorbeeld werd een verpakkingsmachine met een groot kamervolume gekozen, zoals wordt gebruikt bij de verpakking van vlees- of kaasproducten. Gewoonlijk verwerkt een dergelijke machine met automatische producttoevoer verschillende cycli per minuut. In de test werd de machine gesimuleerd met een kamer van 300 liter en een leidingsysteem van 11,5 meter lang tussen de kamer, vacuümbooster en de vacuümpomp. De kamer werd cyclisch leeggezogen tot een vacuümniveau van 5 mbar. De tijd voor leegzuigen was afhankelijk van de prestatie van de vacuümpompen. De tijd tussen afzuigcycli werd ingesteld op 14 seconden - een standaard tijdspanne voor verpakkingsmachines van dit formaat. De benodigde evacuatietijd van de vacuümpompen en hun energieverbruik werd vastgelegd.
Eenduidige resultaten De resultaten van de verschillende testuitvoeringen waren consistent eenduidig: de draaischuifvacuümpomp (RVVP) evacueert sneller (afb. 3) en verbruikt minder energie dan de schroefvacuümpomp (SVP). Afhankelijk van de ingestelde snelheid van de RVVP resulteert dit in nog kortere evacuatietijden of grotere energiebesparingen. De RVVP is bij vergelijking bijvoorbeeld 11 procent sneller in 40 Hertz-modus en bespaart 42 procent in energieverbruik.
Naast de evacuatietijd en het energieverbruik werden tijdens de test ook de pompsnelheid en het energieverbruik gemeten als functie van de inlaatdruk (afb. 4). Het specifieke energieverbruik (SEC, specific energy consumption) bij verschillende vacuümniveaus werd berekend op grond van deze gemeten waarden. Dit biedt nauwkeurige informatie over hoeveel watt nodig is om één kubieke meter lucht per uur te evacueren om een bepaald vacuümniveau te bereikten. Ook hier is de RVVP superieur aan de SVP op alle vacuümniveaus. De energiebesparingen liggen tussen 13 en 73 procent. Op het vacuümniveau van 10 mbar (standaard in de praktijk), verbruikt de RVVP 38 procent minder energie dan de SVP (afb. 4).
Een kwestie van principe De resultaten zijn verbazingwekkend eenduidig. De RVVP is een klassieker in vacuümpomptechnologie. De R5 RA 0630 C die hier is gebruikt, profiteert van tientallen jaren aan technische optimalisatie voor vacuümopwekking. De SVP daarentegen is in principe een omgebouwde compressor. Hoewel zowel vacuümtechnologie als compressie worden gebruikt voor gasafzuiging, vereisten de verschillende doeleinden verschillende technische oplossingen. Voor compressors is de compressieverhouding gewoonlijk 1:10, voor vacuümpompen is deze 1:100 tot 1:1000 - dus veel hoger. Technisch gesproken betekent dit dat de twee schroeven en de behuizing in een schroefcompressor allemaal kunnen worden geproduceerd met grotere spelingen. Dit betekent dat productie rendabeler is en dat de beoogde compressieverhouding van 1:100 wordt bereikt ondanks de toenemende mate van interne lekkage. Dit kan echter uitsluitend omdat het wordt gecompenseerd door een veel hogere rotatie van ongeveer 7000 tpm bij volledige belasting. Aan de andere kant is de RVVP een pure vacuümpomp met precisieonderdelen en minimale spelingen die de hoeveelheid interne lekkages terugbrengen tot een minimum en uiteindelijk een veel hogere compressieverhouding mogelijk maken. Het biedt daarom vanaf het begin tot het einde van de evacuatie constante prestaties met een laag energieverbruik. En om deze reden loopt de RVVP bij een maximale snelheid van slechts 1000 tpm. De lagere snelheid verlaagt de mechanische belasting en dus de onderhoudsbehoefte. Dit maakt het ook mogelijk om een aanzienlijk langere levensduur en lagere kosten tijdens de levensduur te bereiken. De SVP vereist daarentegen aparte drukregeling door middel van een inlaatregelklep om overbelasting van de vacuümpomp in het bereik tussen 1000 en 300 millibar te voorkomen. Tussen atmosferische druk en grofvacuüm werkt het met aanzienlijk verminderde prestaties. Dit punt, en het ontwerp dat is overgenomen van de compressorconstructie, vormen een aanzienlijke bijdrage aan het verlengen van de evacuatietijd. Het zijn precies deze verschillen die uiteindelijk van invloed waren op de resultaten van de vergelijkende test.
Conclusie Test 2 werd uitgevoerd onder realistische omstandigheden. Appels werden vergeleken met appels - in andere woorden: de werkelijke prestatiegegevens van vacuümopwekking werden verzameld en vergeleken.
De R5 RA 0630 C oliegesmeerde draaischuifvacuümpomp (RVVP) van Busch presteerde aanzienlijk beter dan de schroefvacuümpomp (SVP) die oorspronkelijk was ontworpen als een compressor, zowel in termen van evacuatietijd als energieverbruik.
De testresultaten bevestigen de superioriteit van de meest verkochte vacuümpomp in deze prestatieklasse.