
WERKINGSPRINCIPE
Een excentrisch gemonteerde rotor draait in een behuizing die gedeeltelijk is gevuld met bedrijfsvloeistof. De rotorbladen komen in contact met de vloeistof en de centrifugale kracht die ontstaat bij de rotatie vormt zo een “vloeistofring” binnen de behuizing.
Het verpompte medium wordt getransporteerd naar de ruimtes tussen de rotorbladen en de vloeistofring. De excentrische rotatie van de rotor verandert het volume van deze ruimtes. Hierdoor wordt het gas aangezogen, gecomprimeerd en afgevoerd.
In de eentraps versies wordt compressie eenmalig uitgevoerd. In de tweetraps versies wordt het verpompte medium nogmaals gecomprimeerd om hogere vacuümniveaus te kunnen bereiken.
De bedrijfsvloeistof is meestal water maar andere vloeistoffen kunnen ook worden gebruikt als de procesomstandigheden dat vereisen.
Vloeistofringvacuümpompen kunnen als eenvoudig doorstroomsysteem worden gebruikt, of als gedeeltelijk of volledig recirculatiesysteem. Werking als compressor is ook mogelijk.